vrijdag 2 februari 2007

Antwerpen gij zijt gij van mij...

Even voorstellen: Melinda, Maarten en Leslie, 3 studenten journalistiek aan de Plantijnhogeschool te Antwerpen. Antwerpen jawel: de wereld in één stad samengebracht . En eerlijk gezegd, ik ben fier om mezelf een beetje Antwerpenaar te mogen noemen, ook al ben ik eigenlijk van Vilvoorde (Brabant dus) Voor ik in Antwerpen ging studeren had ik altijd een nogal stereotiep beeld van Antwerpen. Een stad waar de mensen een lelijk plàt dialect spreken en een heel dikke nek hebben dus. Maar goed, na een jaar journalistiek leer je wel om te gaan met zulke vooroordelen. En na een jaar Antwerpen leer je natuurlijk ook de schoonheid van 't stad te appreciëren. Vroeger was ik niet erg chauvinistisch. Ik woon wel graag in Vilvoorde, ik heb er een geschiedenis. Maar om nu te zeggen dat Vilvoorde dé stad is, nee. In Antwerpen is dat anders. Ook al woon ik er niet, ik vóel me wel Antwerpenaar. Ik verdedig nu Antwerpen alsof ik er zelf zou wonen. Vreemd toch wat een stad met je kan doen. Uiteindelijk is het toch maar een hoop stenen bij elkaar, zou je denken. En toch is het zo veel meer! Antwerpen leeft en heeft een ziel. Je ziet, ik word er zelfs melig van. Tijd om af te ronden dus. Tot de volgende!

! Er zijn natuurlijk reeds talrijke liederen gemaakt over Antwerpen... Maar dit is alvast mijn persoonlijke favoriet (van Pieter Embrechts):

De handwerpenaar

In deze stad ben ik geboren, in deze stad heb ik gezocht.
In deze stad liep ik verloren,aan deze stad ben ik verknocht.
In deze stad waar de mensen schelden,in den bocht van een rivier.
In deze stad wonen de helden,van de voetbal en het bier.

't Houdt niet op, 't houdt niet op.
Want de stad die blijft bestaan.
't Houdt niet op, 't houdt niet op.
Ook als wij al zijn vergaan.

Deze stad waant zich de wereld, maar is in feite maar een dorp.
De mensen kijken niet veel verder, dan de afstand van hun handworp.
Deze stad begint te hopen, dat de winter overwaait.
En dat de warmte weer mag komen, en weer bloeit wat is gezaaid.

't Houdt niet op, 't houdt niet op.
Want de stad die blijft bestaan.
't Houdt niet op, 't houdt niet op.
Ook als wij al zijn vergaan.

Deze stad aan de stroom, is zo ambitieus.
Maar voor wie niet van hier is, nee, niet echt genereus.
En ik kan niet begrijpen, och, vanwaar toch die haat.
En al die angst voor een ander, och ik doe iedereen in de straat,
ne goeiendag, ne goeiendag, ne goeiendag, ne goeiendag.

't Houdt niet op, 't houdt niet op.
Want de stad die blijft bestaan.
't Houdt niet op, 't houdt niet op.
Ook als wij al zijn vergaan.'
t Houdt niet op, 't houdt niet op.
't Is maar dat ik hier passeer.
't Houdt niet op, 't houdt niet op.
En ik kom toch maar één keer.

Aan de skyline van de steden, zie je soms een heel verhaal.
Maar nog altijd staat den boerentoren, in de schaduw van de kathedraal.

©Tekst: Pieter Embrechts

Geen opmerkingen: